Skip to main content

Ouders van een transgenderkind

Geschreven door Sijko-Jan op .

Ik ben ervaringsdeskundig ouder. Toen mijn veronderstelde dochter, twee maanden nadat ze uit de kast gekomen was omdat ze op meisjes valt, met het bericht kwam dat ze een jongen is en niet gelukkig is in haar/zijn lijf, stond mijn wereld op z’n kop.

Ik dacht naar mijn (jongensachtige, dat wel) dochter te kijken, maar toen hoorde ik dat ik een jongen in de ogen keek! Het voelde alsof ik door een illusionist voor de gek gehouden werd. Maar het was geen illusionist. Het was mijn eigen lieve kind, dat inmiddels een lange periode van verwarring en verdriet achter de rug had en mij onzeker aankeek, niet wetend wat hem te wachten stond. Onverdraaglijk, dat m’n eigen kind bang voor mij is. Die persoon wil ik niet zijn; ik hou zielsveel van hem.

Pijnlijke reacties en domme vragen

Maar hij ziet ook dat ík bang ben. Die persoon wil hij ook niet zijn, omdat hij ook zielsveel van mij houdt. Ik had kortsluiting in mijn hoofd, emoties van schrik, boosheid, medelijden, liefde en bezorgdheid buitelden over elkaar heen. Wat is dit nu weer? Weet je het wel zeker? Is het geen ‘idee’ waar je volgende week vanaf ziet. Hou op, wat haal je op je hals, het wordt er heus niet makkelijker op! Kun je het niet nog open laten, non binary, zoals je vorig jaar wel eens zei – dan kun je tenminste nog terug. Maar waar val je dan nu op, jongens of meisjes? Ben je dan gay of hetero? En je naam dan? En je geslacht, wat ben je van plan, wat verwacht je ervan? Wat voor relatie zoek je dan? Te veel vragen. Te domme vragen. Belangrijke vragen, maar ook pijnlijke vragen waar ik direct alweer spijt van had. Te ver vooruit en te ver achterop. Zo’n enorm verschil in denken, in verwerkingsproces, in volwassenheid – duh…

Ook de omgeving wordt getest

Zodra de benauwdheid eruit is, komen de golven. Geen van beiden is fijn. De golven breiden zich uit, tussen kind en ouders, tussen ouders onderling, in het gezin, de familie, school, kerkgemeenschap, de sportclub en op straat – in welke volgorde dan ook. Het kind draagt zijn of haar probleem niet meer alleen. Dat is fijn, maar ook ingewikkeld. Voor iedereen. Het verlicht en het verzwaart. Al die vragen, die meningen, die onverwachte reacties en gevoelens. Al die mensen die opeens van dichtbij geconfronteerd worden met hun eigen ideeën, reacties en gevoelens. Wat blijft er nog overeind van je overtuigingen, als je de nood recht in de ogen kijkt. De ogen van iemand van wie je houdt. Als je voor de bekende maar nu zo extreme uitdaging staat om iemand niet op het uiterlijk te beoordelen, maar naar het hart te zien…